Informatie voor de ouders/verzorgers van pupillen (atletiek)

Hieronder vindt u allerlei informatie over de trainingen, activiteiten en wedstrijden voor de pupillen van Fortius. Praktische tips, maar ook een uitgebreide uitleg over de verschillende atletiekonderdelen.

Leeftijdsindeling

Pupillen worden door de Atletiekunie ingedeeld in diverse categorieën en op geboortejaar :

Klik hier voor de leeftijdsindeling

Trainingen

De pupillen worden getraind door een groep enthousiaste, gediplomeerde trainers, bijgestaan door hulpouders en hulptrainers, deze hulptrainers zijn zelf actieve atleten bij onze vereniging.

Bij de pupillen wordt getraind op alle onderdelen van de atletiek.

De loopnummers

40 en 60 m. sprint, estafette en lange afstanden 600 en 1000 m. veldlopen/cross 800 tot 1000 m. 1000 tot 1200 m.en 1200 tot 1600 m.

De technische onderdelen

ver- en hoogspringen, bal- en vortex werpen, kogelstoten.

Maar we trainen natuurlijk ook op kracht, lenigheid, reactie-snelheid en uithoudingsvermogen.

De pupillen trainen twee maal per week :

op woensdag D en C pup. van 17.00 tot 18.00 uur.
De B, A1 en A2 van 18.00 tot 19.00 uur.
Op zaterdag is de training voor alle pupillen van 09.30 tot 10.30 uur.

We trainen buiten op de atletiekbaan van 1 april tot 1 november.
Van 1 november tot 1 april, kan er met de pupillen binnen in de Fortiushal getraind worden, maar als het weer het toelaat trainen we gewoon buiten! Let daar op met de sportkleding!

FORTIUS is een sportieve en gezellige vereniging, waar we elkaar respecteren, waar we van elkaar leren, waar we op tijd op de training komen, waar we elkaar niet pesten, duwen of schoppen, waar we stil zijn en luisteren naar de trainer als hij uitleg geeft. Fortius voert actief beleid voor een veilige sportomgeving: zie hier het artikel over de Vertrouwenscontactpersonen
Daarnaast hebben wij ook een aantal gedragsregels opgesteld en deze vindt u hier.

De pupillencompetitie

Elk jaar doet FORTIUS mee aan de regionale pupillen-atletiek-competitie. Deze wedstrijden worden georganiseerd door Stichting atletiek regio Dordrecht, afgekort tot StarD. De Regio Dordrecht bestaat naast FORTIUS uit de volgende atletiekverenigingen: AV PASSAAT in Papendrecht, AAA in Alblasserdam, TYPHOON in Gorinchem en SPIRIT in Oud-Beijerland.

Deze pupillen-competities (officiële wedstrijden van de Atletiekunie) bestaan uit vijf wedstrijden. Bij deze wedstrijden zijn de trainers altijd aanwezig. Voor de wedstrijden bezoeken we om beurten één van deze verenigingen.

Een wedstrijd voor pupillen bestaat uit een meerkamp, dit zijn drie technische onderdelen en de lange afstand. Voor ieder onderdeel krijgt uw kind punten. Het aantal punten van de drie onderdelen bij elkaar opgeteld bepaalt de plaats in het eindklassement. De punten behaald bij de lange afstand worden niet meegeteld in de meerkamp. Daar is een apart eindklassement voor.

De pupillencompetitie bestaat per categorie uit de volgende onderdelen :

Pupillen D
40 meter sprint
verspringen-bal/vortex werpen en 600 meter.

Pupillen C
40 meter sprint
verspringen-bal/vortex werpen en 600 meter.20170513PupCompAAA

Pupillen B
40 meter sprint,
ver- of hoogspringen, bal/vortex werpen/kogelstoten en 1000m.

Pupillen A1
60 meter sprint, ver- of hoogspringen,
bal/vortex werpen/kogelstoten 1000m.

Pupillen A2
60 meter sprint, ver- of hoogspringen,
bal/vortex werpen/kogelstoten, 1000m.

Deelnemen aan wedstrijden is niet alleen leuk voor uw kind, maar ook leerzaam. Uw kind leert op een sportieve manier omgaan met mentaliteit, het ervaart ook om onder verschillende weersomstandigheden te sporten en legt contacten met leeftijdsgenootjes. Voor u als ouder van een atleet is het leuk om samen met uw kind naar wedstrijden te gaan of om te helpen als (hulp)jury.

FORTIUS heeft altijd behoefte aan hulp bij de wedstrijden.

Veldloopcompetitie

In de winter organiseert StarD een veldloopcompetitie. Bij de veldloopcompetitie wordt niet op de baan gelopen, maar op een grasveld/zand/bosachtige omgeving. Deze ciompetitie bestaat uit vijf lopen, die ook weer om de beurt door de verenigingen in de regio Dordrecht worden georganiseerd. 

De afstanden van de eerste loop van de veldloopcompetitie zijn:20180217 Veldloop Gorinchem

Pupillen D 800 m. tot 1000 m.
Pupillen C 800 m. tot 1000 m.
Pupillen B 1000 m. tot 1200 m.
Pupillen A1 1200 m. tot 1600 m.
Pupillen A2 1200 m. tot 1600 m.

Na de elke loop wordt de afstand steeds iets langer.

Pupillen nieuwsbrief

Om u en uw kind te informeren over aankomende wedstrijden, uitslagen en andere zaken die er bij de jeugd spelen verschijnt er regelmatig een Pupillen nieuwsbrief.
In deze nieuwsbrief houden wij u op de hoogte van :
Voor welke wedstrijd u uw kind kunt inschrijven;
Voor welke datum u uw kind dient in te schrijven, enz.

Ook staat er informatie over de pupillencompetitie, veldloopcompetitie en indoorwedstrijden.

Andere activiteiten

Er staan ook nog andere zaken in de nieuwsbrieven, want het is niet zo dat we bij FORTIUS altijd maar trainen en op wedstrijd gaan…..Bowling
Zo organiseert de pupillen J.C. (de jeugdcommissie) o.a. de lichtjesloop, het paasfeest, de avond4daagse, disco-bowlen en glow in the dark golfen met lunch, is er een ijsje na de training als het heel erg warm is, de pannenkoekentraining op de laatste training voor de zomervakantie, (wel trainen we in de zomer altijd door), rond 5 december is er een pietentraining met chocomel, speculaas en een chocoladeletter!

Het jeugd-trainingskamp wordt door de kampcommissie in oktober georganiseerd.

Meer over wedstrijden

Inschrijven

Om mee te kunnen doen aan een wedstrijd moet u uw kind van tevoren inschrijven. Daarvoor moet u een account aanmaken op Atletiek.nu..Hierover kunt u meer lezen op de pagina ‘Algemene info wedstrijddeelname’.

Wat neemt u mee op wedstrijd?

Een goed humeur en een tas vol mooi weer!

Tijdens competitiewedstrijden is het verplicht een clubtenue te dragen.
Bij FORTIUS bestaat het clubtenue uit een cyaankleurig shirtje of topje met voorop het FORTIUS logo en een zwart broekje of legging. Twee maal per jaar is deze kleding te koop. Meer informatie over clubkleding vindt u op deze pagina.
.
Tijdens een wedstrijd is het verplicht om een startnummer op de borst te dragen. Neem dus altijd 4 speldjes of 8 magneetjes mee om het startnummer te bevestigen. Tape mag gebruikt worden om een aanloop te markeren bij hoog- of verspringen. Schoenen of een bidon/waterflesje zijn niet toegestaan als merkteken. Het merkteken dient na afloop van het onderdeel weer van de baan verwijderd te worden. Let u hier alstublieft op.

Bij alle atletiekverenigingen van de atletiek regio Dordrecht is een kantine waar u koffie of thee kunt kopen. Ook kunt u er gebruikmaken van de toiletten.
Omdat u een aantal uren op de baan bent, is het verstandig een kleed of stoeltje mee te nemen. Tussen de wedstrijdonderdelen kan soms wat wachttijd zitten. Het is leuk om in die wachttijd de andere atleten aan te moedigen.

Begin van de wedstrijd

U dient een half uur voor aanvang van het eerste onderdeel van uw kind op de wedstrijdaccommodatie aanwezig te zijn. Bij een regio pupillencompetitie/clubkampioenschap wordt het startnummer bij de trainer opgehaald.
Samen met de trainer en groepsgenoten heeft uw kind dan ook nog genoeg tijd voor de warming-up en om in te lopen. Hierna kan uw kind samen met de trainer of de jury naar het eerste onderdeel gaan. De trainers zijn altijd aanwezig bij de pupillencompetitie, de veldloopcompetitie, de clubkampioenschappen en de (regio) indoor wedstrijden. Uw kind moet zich 15 minuten voor aanvang van ieder onderdeel melden bij de jury van het onderdeel. Het chronologisch overzicht kunt u vinden op atletiek.nu of via de pupillen nieuwsbrief.

Algemene regels

Op een atletiekveld is altijd veel activiteit, dus daarom zijn alleen deelnemers, trainers en juryleden op de baan en het veld. Ouders blijven zoveel mogelijk achter de hekken.
Het meelopen tijdens de sprint/lange afstand is niet toegestaan, omdat dat voordeel zou kunnen geven voor uw kind en nadeel voor een ander kind dat ook aan het hardlopen is.
Omdat er vaak elektronische tijdwaarneming aanwezig is (de tijd wordt gemeten met behulp van video-opnamen), is het niet toegestaan dat iemand anders dan de atleet de finishlijn passeert. Als u meeloopt verstoort dit de elektronische tijdwaarneming!
Bij de start is het van belang dat de atleten rustig kunnen starten, dus maak geen onnodig geluid.
Steek nooit zomaar de baan over en ga niet dichtbij de kogelring en werpsectoren staan. Dit alles kan gevaarlijke situaties opleveren.

Handige weetjes

Voordat een onderdeel begint, worden door de jury de namen van de pupillen afgeroepen. Bij het balwerpen, kogelstoten en verspringen wordt uw kind dan in de juiste volgorde van het werpen/stoten/springen gezet.
Hierna mag de pupil één keer inwerpen/instoten/inspringen.
Bij deze 3 onderdelen heeft uw kind 3 pogingen om een zo goed mogelijke prestatie te leveren. Daarbij geldt dat uw kind punten krijgt voor de beste prestatie. Deze punten tellen mee voor de puntentelling op de dag zelf en in het eindklassement.
Zorg dat uw kind zelf ook oplet tijdens de wedstrijd zodat het op tijd klaar staat voor zijn/haar poging.
Wijs uw kind er ook op dat het nooit een andere deelnemer hindert door bij een poging te dicht in de buurt te staan of door te veel lawaai te maken.
Bij ieder onderdeel dient uw kind in zijn/haar clubtenue gekleed, startnummer op de borst, klaar te staan.

De sprint

Aan het begin van dit onderdeel noemt de startcommissaris de pupil bij naam, zegt in welke baan en in welke serie hij/zij start. 
De pupillen van de eerste serie gaan hun startblok in orde maken. Zijn zij daarmee gereed dan gaat de atleet achter het startblok staan. De pupillen uit de tweede serie gaan dan in de goede baan achter het nummerblok klaar staan, enz.

startblok pupil
Er wordt gestart vanuit een startblok. Die blokken zijn ervoor om snel weg te komen bij de start. De bedoeling is dat, als uw kind dit (nog) niet zelf kan, dit met de hulp van de trainer gedaan wordt.
Hoe wordt bepaald hoe uw kind in het blok moet zitten?
Als een kind niet weet welk been voor moet, sluit het kind de ogen, de trainer geeft het kind een licht duwtje in de rug, zodat het een stap vooruit moet zetten. Het been dat hij als eerste naar voren zet, is het been dat op het achterste blok geplaatst moet worden.
Een richtlijn voor het instellen van het startblok is dat het voorste blok zo geplaatst wordt, dat er tussen de startlijn en het voorste blok precies twee voetjes van uw kind zitten, voor het achterste blok geldt drie voetjes.
De handen van uw kind moeten niet te dicht bij elkaar geplaatst zijn. De knieën moeten er tussen passen.
De knieën moeten recht naar voren staan als het kind in het startblok zit.
Het kind moet de voeten daadwerkelijk tegen de blokken plaatsen, een grote eerste pas zetten, zodat het gelijk op snelheid kan komen.

De sprintregels zijn:

  • Uw kind moet tijdens de start de handen aan de kant van de startlijn plaatsen die het dichtst bij het lichaam is.
  • Het startnummer moet goed zichtbaar op de voorzijde/borst zitten.
  • Zodra uw kind gereed is moet het achter het startblok gaan staan, zodat de starter weet dat het zo ver is.
  • Als de starter zegt: “Op uw plaatsen”, gaat uw kind "in het startblok zitten" en mag het niet meer bewegen.
  • Dan zegt de starter: “Klaar!” Uw kind brengt zijn/haar knieën een stukje van de grond en dus de billen een stukje omhoog. Het moet met de voeten zo hard mogelijk op de blokken drukken. Ook in deze houding mag er niet meer bewogen worden.
  • Dan klinkt het startschot en sprint uw kind zo snel mogelijk "in de eigen baan" tot over de streep van de finish. Het is belangrijk dat uw kind weet dat het "in de eigen baan" moet blijven lopen. Loopt uw kind buiten de eigen baan, dan kan het gediskwalificeerd worden en krijgt het dus geen punten voor dit onderdeel (is in de praktijk nog niet zo streng bij pupillen).
  • Uw kind is gefinisht als zijn/haar borst over de finishlijn komt.
  • Wanneer er een valse start veroorzaakt is, zal de starter nog een keer schieten. Uw kind hoort dan twee knallen vlak na elkaar. Dit houdt in dat uw kind moet stoppen met rennen en weer achter het startblok moet gaan staan.
  • De startcommissaris overlegt met de starter wie de valse start heeft veroorzaakt en zal deze pupil een waarschuwing geven. Het is bij de pupillen nog niet zo streng dat een atleet wordt gediskwalificeerd voor het maken van een valse start.

Verspringen

De pupillen lopen aan vanaf een punt dat het jurylid of trainer van tevoren aangeeft.

ver

De regels van het verspringen zijn :

  • Het startnummer moet goed zichtbaar op zijn/haar borst zitten.
  • Tijdens de aanloop wordt er afgezet in een groot wit vlak van 80 cm. Wanneer de voet van uw kind voorbij dit vlak komt wordt de sprong ongeldig gerekend.
  • Er moet met één voet worden afgezet. Wanneer uw kind met twee voeten afzet wordt de sprong ongeldig verklaard.
  • Uw kind moet met twee voeten bij elkaar landen in de verspringbak. Wanneer het op één been land (doorlopen) is de sprong eveneens ongeldig.
  • Ook wanneer uw kind door de verspringbak terugloopt is de sprong ongeldig. Laat uw kind dus naar de achterkant van de verspringbak doorlopen en daar pas uit de verspringbak stappen.
  • De afdruk die het dichts bij de afzetbalk is, is de plek vanaf waar de afstand gemeten wordt. Daarom is het belangrijk dat uw kind probeert te voorkomen achterover te vallen.
  • De sprong wordt gemeten tot de plek waar met de punt van de schoen is afgezet.

Na iedere sprong wordt de verspringbak aangeharkt zodat er zo goed mogelijk gemeten kan worden. Vaak wordt er een pion op de aanloop gezet zodat de juryleden de sprong kunnen meten, noteren en de verspringbak glad kunnen harken. Zodra de jury klaar is wordt de pion weggehaald. Op teken van de jury mag de volgende pupil springen. De daarop volgende pupil kan zich in de tussentijd gereedmaken.

Hoogspringen

Hoogspringen is een nummer dat meestal vrij lang duurt. Bij dit onderdeel vraagt het jurylid van welke kant uw kind aanloopt, zodat het jurylid weet naar welke kant het moet kijken om aan uw kind aan te kunnen geven dat het zich klaar moet maken voor de sprong.

hoogspringen pup

Bij de pupillencompetitie en clubkampioenschappen helpt de trainer uw kind met het uitzetten van de aanloop.
Om de plek te markeren van waar uw kind aanloopt, is het handig om tape te gebruiken. Dit kan gemakkelijk verplaatst worden en na de wedstrijd weer goed verwijderd worden. Flesjes of schoenen zijn niet toegestaan om te markeren. Uw kind is zelf verantwoordelijk voor het verwijderen van het tape.

Voor iedere categorie is een aanvangshoogte vastgesteld:
Pupillen A 70 cm.
Pupillen B 60 cm.

Als uw kind liever pas met springen begint wanneer de lat hoger ligt dan de aanvangshoogte, geeft het kind dit van tevoren aan de jury door. Hij krijgt dan pas een beurt als die hoogte is bereikt.

De volgende hoogspringregels gelden :

  • Als uw kind de hoogte gehaald heeft gaat het door naar de volgende hoogte.
  • De lat wordt voor de pupillen die de hoogte hebben gehaald, steeds met 5 centimeter verhoogd. Nooit omlaag!
  • Uw kind heeft per hoogte 3 pogingen.
  • Een uitzondering is het wanneer uw kind bij bijvoorbeeld 85 cm hoogte een ongeldige poging heeft en besluit deze hoogte verder over te slaan. Dan heeft het bij 90 cm hoogte nog maar twee pogingen over. Een jurylid houdt dit bij.
  • Indien uw kind weigert (aanloopt zonder te springen) en daarbij de mat niet raakt, mag het direct nogmaals proberen.
  • Nadat uw kind 3 keer direct achter elkaar weigerd heeft, geldt dit als 1 ongeldige poging. De volgende springer is dan aan de beurt.
  • Wanneer uw kind de mat tijdens het weigeren raakt is de poging ook ongeldig. De volgende pupil is dan aan de beurt.

Balwerpen / vortex werpen 

De volgende regels gelden voor het bal- of vortex-werpen :

  • Er moet bovenhands/langs het oor, worden gegooid dus géén slingerworp.
  • Er kan worden geworpen uit stand of eventueel met een aanloop.
  • Er wordt gemeten vanaf de witte rand het dichts bij de aanloop.

De poging is geldig als :

Uw kind achter de lijn blijft (dus niet de lijn aanraakt of er overheen stapt);
De bal binnen de sector terechtkomt.

Ballen terugrollen gebeurt door juryleden of andere bevoegden.

Kogelstoten

Mini pupillen en C-pupillen hebben tijdens wedstrijden geen kogelstoten. De B, A1 en A2 stoten met kogels die 2 kilo wegen. De kogels worden terug gerold door juryleden of andere bevoegden.

Bij kogelstoten gelden de volgende regels :

  • De stoot moet beginnen vanuit stilstaande positie in de ring.
  • De kogel moet in contact zijn met de hals tussen oor en kin.
  • De kogel moet met één hand worden weggestoten (er mag niet gegooid worden).
  • Er wordt gemeten vanaf de afdruk het dichts bij de kogelstootring tot de binnenkant van de verhoogde rand in de ring.

De poging is geldig als :
De kogel is weggestoten (dus niet gegooid);
Uw kind de verhoogde rand niet geraakt heeft of er overheen gestapt is;
Als de pupil na het stoten de ring aan de achterzijde heeft verlaten;
De kogel geheel binnen de sector geland is.

De lange afstand

Meestal is er op wedstrijden als afsluiting een lange afstand. De lange afstand maakt geen deel uit van de meerkamp, maar komt als los onderdeel nadat de meerkamponderdelen afgerond zijn.

Pupillenwedstrijd 2021

De regels voor de lange afstand zijn :

  • Op de 400 m. baan lopen de D en C pupillen de 600 m en rent het kind 1½ rondje op de baan.
  • Voor de 1000 m. geldt 2½ rondje op de 400 m. baan. Het kind mag de baan niet verlaten.
  • Het startnummer moet op de borst zitten.
  • Bij dit onderdeel wordt er gestart vanuit staande positie, vanaf een gebogen startlijn.
  • De pupillen worden eerst op een gestippelde lijn geplaatst, iets achter de startlijn.
  • Daarna geeft de starter het teken: “Op uw plaatsen”. Dan lopen de pupillen naar de startlijn, hun voeten achter de startlijn, klaar om weg te lopen.
  • Vervolgens klinkt het startschot en begint de race.
  • U mag uw kind aan de buitenkant van de baan aanmoedigen.

Einde wedstrijd

De vrijwilligers van het wedstrijdsecretariaat proberen zo snel mogelijk na afloop van het laatste onderdeel van de pupillen de diploma’s klaar te hebben. Bij de pupillencompetitie geldt dat uw kind na afloop van de wedstrijd een diploma krijgt uitgereikt. Na de laatste wedstrijd krijgen alle deelnemers die aan 4 van de 5 wedstrijden hebben deel genomen een medaille. De winnaars van deze competitie mogen op het podium hun diploma en een prijs in ontvangst nemen. Het eindklassement wordt opgemaakt aan de hand van de vier beste puntentotalen. Kijk voor de uitslag op atletiek.nu of op de website van FORTIUS.

20180407 pupcomp passaat 

Vragen?

We hopen dat u na het lezen van deze informatie wat meer te weten bent gekomen over de pupillentrainingen en -wedstrijden. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u altijd bij de train(st)er van uw kind terecht.

Mocht u na een aantal wedstrijden denken ‘wat leuk, ik zou hier zelf wel meer bij betrokken willen worden’: FORTIUS heeft altijd behoefte aan vrijwilligers om bij deze wedstrijden de trainers en de atleetjes te ondersteunen. Wanneer u hierover meer informatie wilt schroomt u dan niet en neem contact op met een van de trainers.

 

Bovenstaande tekst werd samengesteld naar een idee van Dini Grootenboer, vraagbaak voor de pupillen en actief lid van de jeugdcommissie.