In gesprek met Kees van Gent

Door Henk Nugteren
Als het goed is heeft ieder Fortiuslid in de nieuwsflits van 16 januari gelezen dat er gezocht wordt naar een nieuw gezicht voor het klusteam, vooral iemand die het voortouw wil nemen bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Het klusteam van enthousiaste vrijwilligers zorgt er mede voor dat onze leden, onze huurders en onze bezoekers een prettige en sportieve ervaring overhouden aan het gebruik van de Fortiushal. De hal wordt beheerd door de Stichting Overdekte Accommodatie Reeweg (SOAR) en de leden van het klusteam werken dus voor deze stichting.
Dat er nu een nieuwe voorman voor het klusteam wordt gevraagd komt omdat de huidige trekker van het team, Kees van Gent, er in maart mee stopt. Niet omdat Kees er geen zin meer in zou hebben, maar omdat hij naar Friesland gaat verhuizen. En daarom is het voor hem onmogelijk zijn taken voort te zetten. Voordat het zover is maak ik nog van de gelegenheid gebruik om in gesprek te gaan met Kees, tijdens een van zijn vrijwilligersochtenden in de Fortiushal.
Kees is in het begin van de jaren ‘80 niet lid geworden van Hercules om vrijwilliger te worden in een klusteam, nee het ging hem vooral om hardlopen. Daarvoor had hij meegedaan aan bedrijfsvoetbal, maar daar vond hij de sfeer niet echt prettig, er werd veel op elkaar gescholden en je hield er door het ruwe spel ook nog beurse plekken aan over. Kees switchte naar bedrijfsvolleybal, met het idee dat het er daar gemoedelijker aan toe zou gaan, maar dat viel behoorlijk tegen. Hij kwam uit voor teams van zijn bedrijf Phillips, waar Joop van den Brink een van zijn collega’s was. Joop deed aan atletiek en zo kwam Kees ook het een en ander over atletiek te weten, al wilde dat niet zeggen dat hij zich meteen bij Hercules meldde. Kees was de enige in zijn hele familie die interesse toonde in sport en dat maakte dat zo’n stap niet meteen gezet werd. Hij ging eerst voor zichzelf in zijn eentje hardlopen, zijn conditie verbeteren. Hij liep dan langs de Provinciale Weg naar de pont en terug en zag in die tijd de wijk Stadspolders uit de klei verrijzen. Hercules zat niet stil en organiseerde in die jaren de Veronicalopen en toen Kees vond dat zijn conditie goed genoeg was ging hij eraan deelnemen. Zo kwam hij wederom in contact met Hercules en besloot hij in 1983 lid te worden.
Slechts twee jaar bleef Kees lid, want hij had meer interesses dan alleen hardlopen. Inmiddels was de Triathlon Vereniging Dordrecht (TVD) opgericht en Kees sloot zich daarbij aan omdat zwemmen en wielrennen hem een extra uitdaging gaven. Omdat hardlopen een belangrijk onderdeel van de triatlon is, bleef Kees natuurlijk ook aan lopen zoals de Veronicaloop meedoen. Hij herinnert zich nog dat hij na de finish in de Jager- en Windhondpolder in het clubhuis zijn medaille moest ophalen. In die tijd mocht er nog gerookt worden in de kantine, bij het ophalen van het startnummer was er nog zicht, maar toen hij na afloop zijn medaille ging ophalen, kon Kees met moeite door de blauwe mist de heren met hun vette sigaren achter de tafel ontwaren. Eenmaal buiten barstte hij in een hoestbui uit. Dat was meteen de laatste keer, aan de lopen deed hij nog steeds mee, maar die medaille kon hem gestolen worden.
De loopafstanden werden steeds langer en toen Kees eenmaal de halve marathon beheerste, bedacht hij dat de hele marathon dan ook wel moest kunnen. Al snel deed zich de gelegenheid voor, want in 1988 werd de eerste Marathon Dordrecht georganiseerd met een parkoers dat voornamelijk door de Merwelanden liep. Kees volbracht die marathon in 3:22, zijn eerste en meteen zijn snelste tijd. Daarna deed hij ook de tweede marathon in Dordrecht en liep nog wat andere marathons her en der, maar de nadruk kwam toch echt te liggen op de triatlon. Het waren voornamelijk de ¼ triatlons waaraan Kees deelnam. En dat ging uitstekend want op een gegeven moment plofte er een brief op de mat van de Nederlandse Triatlon Bond met een uitnodiging deel te nemen aan het Nederlands Kampioenschap Triatlon bij de M40. Daaraan gaf Kees gehoor, maar op de dag van die NK werd het 35 °C en eindigde die wedstrijd voor veel deelnemers in een drama. Niet zo zeer voor Kees, want hij had zich goed aangepast aan de omstandigheden. Het zwemmen ging nog als gepland omdat het water niet zo snel opwarmt, maar eenmaal op de fiets en vooral daarna lopend, paste Kees zijn tempo aan.
De overgang van fietsen naar lopen is bij de triatlon en berucht kantelpunt, omdat je benen bij de eerste loopmeters alle kanten uit willen, behalve vooruit. Kees trainde daar specifiek op door op de racefiets naar de baan te komen, snel zijn loopschoenen aan te trekken en dan drie of vier rondjes op de baan te rennen en vervolgens weer de fiets te pakken voor een rondje door de polder. En dat met een aantal herhalingen.
Aan het lopen kwam een abrupt einde toen Kees tijdens een rondje door de Biesboschpolder een fietsongeluk kreeg en zijn knie dusdanig blesseerde dat er van hardlopen geen sprake meer kon zijn. Na alle behandelingen heeft hij nog wel een paar pogingen gewaagd, maar het ging echt niet meer. Toen de sportarts hem vertelde dat hij hardlopen maar als verleden tijd moest beschouwen, berustte Kees daarin. Gelukkig kon hij nog wel zonder pijn fietsen, waardoor dat vanaf die tijd zijn hobby werd.
In 2005 kwam Kees door een reorganisatie bij Phillips zonder werk te zitten. Omdat hij tijdens zijn werk veel met (elektro)technische en mechanische constructies te maken had, meldde Kees zich bij het klusteam voor het onderhoud van de Fortiushal, waarvan Joop van den Brink, toen al gepensioneerd, ook deel uitmaakte. Twee jaar heeft Kees bijgedragen aan het klusteam, totdat hij in 2007 een nieuwe baan vond bij Yulius, de organisatie voor zorg en dagbesteding, met diverse vestigingen in Dordrecht. Daar kreeg Kees ook veel te maken met opknapwerk, maar hij kon overdag geen werkzaamheden in de Fortiushal meer doen en moest dus noodgedwongen het klusteam weer verlaten.
Toen in 2012 er wegens allerlei reorganisaties en regelingen ook weer een eind kwam aan zijn betrekking bij Yulius, stapte Kees definitief over naar het klusteam van de Fortiushal. Er was inmiddels veel achterstallig onderhoud in de hal en aanvankelijk was Kees vier ochtenden per week te vinden in de Fortiushal. De werkzaamheden betroffen voornamelijk schilderen (binnen en buiten), kleine elektrische klussen zoals vervangen van lampen, stopcontacten en sensoren, en andere reparaties zoals deuren en lekkende kranen. Tijdens corona kwam daar als extra nog bij dat de waterleidingen vrijwel dagelijks moesten worden doorgespoeld omdat de hal nogal legionella-gevoelig was. De waterleidingen lopen vrijwel langs de verwarmingsbuizen die de vloerverwarming in de hal voeden, waardoor het water in de leidingen eigenlijk te warm was als er niet voldoende gebruik van werd gemaakt, een prima milieu voor legionellabacteriën.
(tekst gaat verder onder de foto’s.)


Daarnaast hield Kees contact met bedrijven die in de hal (onderhouds)werkzaamheden uitvoerden en kon hij de juiste personen direct inschakelen als er ergens iets gedaan moest worden wat buiten zijn eigen capaciteiten of bevoegdheden lag. Denk daarbij aan elektrotechnische installatiebedrijven zoals Mampaey (tegenwoordig onderdeel van Essent) en HVC voor de stadsverwarmingsinstallaties.
Momenteel is de staat van onderhoud in de Fortiushal, mede dankzij Kees, op orde, en is Kees nog drie ochtenden per week van ongeveer negen tot half twaalf te vinden in de hal. Oorspronkelijk bestond het klusteam uit drie personen, maar door het wegvallen van enkelen van hen, deed Kees het de laatste tijd vrijwel alleen. Gelukkig heeft hij nu voor de maandagochtenden een vrijwilliger die helpt met schilderwerkzaamheden en is er een apart clubje dat zich speciaal richt op het opknappen van de kleedkamers.
Het spreekt vanzelf dat met de verhuizing van Kees naar Friesland er snel vervanging dient te komen, anders zal er spoedig weer een toestand van achterstallig onderhoud zoals in 2012 ontstaan. Laat dat niet gebeuren. Voel je je aangesproken tot wat Kees voor de club doet en deed, neem gerust contact met hem op, hij is nog enkele weken drie ochtenden te vinden in de Fortiushal. Of bekijk de advertentie elders in deze nieuwsbrief en reageer.
Kees vertelt tenslotte dat hij het werk in de Fortiushal wel zal gaan missen als hij eenmaal in Friesland zit. Dat zal wederzijds zijn, want de vereniging zal Kees, die voor velen vrij onzichtbaar maar heel nuttig en noodzakelijk werk deed, ook heel erg missen.
We wensen Kees veel succes bij de integratie in zijn nieuwe woonplaats in Friesland, waar hij naast zijn hobby’s fotografie en fietsen ook alweer vrijwilligerswerk op het oog heeft.