Updates

In gesprek met Jemuël Cicilia

[door Henk Nugteren]

Tijdens de competitiewedstrijd U16 van zaterdag 10 mei bij CAV Energie in Barendrecht, deed Jemuël Cicilia van zich spreken door 6,20 m ver te springen. Daarmee won hij niet alleen zijn wedstrijd, maar vestigde ook een nieuw persoonlijk record en nestelde zich alvast op de derde plaats van de ranglijst 2025 voor U16. Op de sprint was Jemuël eveneens prominent aanwezig voor zijn team, want ook de 150 m won hij en hij maakte bovendien deel uit van het winnende Fortiusteam op de 4×100 m. Redenen genoeg dus om eens nader kennis te maken met dit jonge Fortiustalent.

Een afspraak was snel gemaakt en ik ontmoette Jemuël met zijn vader Jeremain in de Fortiushal op maandagmiddag voorafgaande aan de training onder leiding van Ricardo Hill. Helaas werd de kantine juist afgesloten toen we daar wilden gaan zitten en moesten we gedwongen op de bankjes in het halletje plaatsnemen, waar om de vijf minuten een sprongetje moest worden gemaakt om het licht aan te houden, een uitstekende oefening voor een springer. Buiten was, vanwege de brandende zon en de thermometer op 31 graden, geen optie. Al was het dan in werkelijkheid niet zo warm, een uur in de zon zitten voor een training zou niet optimaal zijn geweest.
Eerst namen we maar eens die gedenkwaardige zaterdag in Barendrecht door, waarvan Jemuël nog steeds geniet en waarvan hij nog altijd onder de indruk is. De 6,20 m ver, die voor het team 846 punten opbracht, kwam tot stand in een regelmatige serie van 5,89 m – 5,79 m – 5,99 m – 6,20 m. De tweede in de wedstrijd sprong 5,76 m en dat betekent dat Jemuël bij elke poging verder sprong en de overwinning dus bepaald niet heeft gestolen. Bij aanvang stond zijn persoonlijk record op 5,92 m en dat sneuvelde in de derde poging. In zijn vierde en laatste poging viel alles goed en kwamen er dus nog ruim twintig centimeter bij. Al voegt Jemuël er zelf aan toe dat zijn landing nog verre van perfect was. Naast een felle inzet van de aanloop is de landing iets waar hij met zijn trainers aan werkt, want daar liggen mogelijkheden tot forse verbetering. Die derde plaats op de nationale ranglijst 2025 staat leuk, maar het seizoen is nog jong, om die plaats te behouden zal er ongetwijfeld nog verbeterd moeten worden.
Om 15:50 uur, minder dan een uur voordat het verspringen begon, had Jemuël al een persoonlijk record op de 150 m gelopen in een wedstrijd die hij in 17,90 s ook al won. Dat leverde 832 punten voor het Fortiusteam op en laat zien dat die prestatie van vergelijkbaar kaliber is als zijn vertesprong. Het eerste onderdeel van die dag, de 4×100 m estafette, die al om elf uur ’s morgens was gelopen, was al een goed voorteken geweest. Met Jemuël als derde loper na startloper Milan van Ginneken en tweede loper Niek Melkert, kwam het team met slotloper Tinus Reif na 49,43 s winnend over de streep en dat bracht meteen 735 punten op. Geen wonder dat Jemuël op de vraag waar hij tot nu toe het meest trots op is, niet lang hoeft na te denken: ‘Op die 6,20 m natuurlijk, en eigenlijk op die hele dag’. Ook maakt hij vreemde en merkwaardige dingen mee tijdens zijn wedstrijden, vertelt Jemuël. ‘Tijdens diezelfde competitiewedstrijd in Barendrecht, op de estafette, vloog er plotseling een stok door de lucht. Ik had die stok zomaar op mijn hoofd kunnen krijgen, maar kon die nog net ontwijken. Het bleek de estafettestok van Passaat te zijn, die daarna overnieuw moesten lopen’.

De nu veertienjarige Jemuël, hij wordt in augustus vijftien, is in Dordrecht geboren en komt uit een sportieve familie. Veel atletiek was daar niet bij, want behalve Levi, de neef van vader Jeremain, had niemand aan atletiek gedaan. Voetbal was de favoriete sport en Jeremain voetbalde op hoog niveau. Toch stuurde hij Jemuël niet zondermeer naar een voetbalclub, maar vroeg hem eerst wat hij het liefst zou doen. Tot zijn verrassing antwoordde de toen elfjarige Jemuël dat hij ‘voetballen op straat met vriendjes wel leuk vond, maar dat hij het bij een club helemaal niets vond, nee dan leek rennen hem veel leuker en daar was hij bovendien best goed in’. Zo kwam het dat Jemuël zich ruim drie jaar geleden meldde bij de A2 pupillen van Fortius om vier proeftrainingen te volgen. Daarna was de keuze duidelijk en meldde hij zich aan als lid van Fortius en ontwikkelde hij zijn talenten in de groep van trainer Mark Uilhoorn.
Inmiddels is Jemuël dus veertien en zit hij in de derde klas van de mavo op Insula. Hij heeft er alle vertrouwen in dat hij over zal gaan naar de vierde en dan moet hij volgend jaar examen doen, wat hij toch nog wel spannender vindt dan een atletiekwedstrijd. Als alles goed gaat wil hij daarna naar het mbo, iets doen in de ict. Het combineren van de drie atletiektrainingen per week met het schoolwerk vindt hij geen groot probleem, hij zegt het eerlijk als hij voor school even te druk is en kan dan zonder schuldgevoel een training overslaan.
Die trainingen zijn de sprinttrainingen van Ricardo Hill op maandag en de reguliere trainingen voor de U16 op woensdag en zaterdag, meestal onder leiding van Tijn van Driel, Lisa van Schaik of Kyra de Koning. Sinds een jaar is hij iets minder op woensdag en zaterdag aanwezig omdat hij een uitnodiging ontving van de ATR (Atletiek Trainingscentrum Rotterdam) om in de groep Explosief mee te trainen. Die trainingen zijn voornamelijk in Rotterdam, soms zelfs in Naaldwijk. Op zaterdag mag Jemuël er zelf met de trein naar toe, maar omdat de training op woensdag tot negen uur duurt, gaat hij er dan met zijn vader heen. Hij mag dan wel behoorlijk uit de kluiten gewassen zijn, hij is toch nog maar veertien en dat is volgens zijn vader niet de leeftijd om zo laat alleen te reizen. Zijn postuur helpt hem bij zijn atletiekprestaties, zijn lange benen zijn nuttig bij het verspringen maar ook bij de sprint, wat al een persoonlijk record van 12,13 s op de 100 m met iets teveel rugwind opleverde. Dankzij zijn lange armen (grote reach) kan hij ook behoorlijk discuswerpen. Ongeveer 31 meter gooit hij regelmatig als het team een discuswerper nodig heeft in de competitie. Discuswerpen vormt ook een onderdeel van de training bij ATR, maar is toch niet Jemuëls ding, verspringen en sprinten doet hij veel liever. Zijn lengte kan echter ook een nadeel zijn, dat ervaart hij door het oplopen van een rugblessure. Hopelijk kan de juiste training helpen die hinderlijke blessure te voorkomen.

Een echt idool heeft Jemuël niet direct, hij sport in principe voor zichzelf. Toch valt de naam van Usain Bolt en de constatering dat er tot nog toe nauwelijks iemand is die dat gat kan vullen. Dan weet Jemuël plotseling ook wie dat mogelijk zou kunnen gaan worden: ‘Gout Gout, een Australiër van zestien jaar, heeft al heel hard gelopen en kan de opvolger worden van Usain Bolt’. En daar zal hij wel eens gelijk in kunnen krijgen want die Gout Gout schreef al geschiedenis door het Australisch record op de 200 m dat al sinds 1968 op naam van Peter Norman stond, te verbeteren tot 20,04 s. Grappig daarbij is dat deze oorspronkelijke Soedanees eigenlijk Guot Guot heette, wat bij naturalisatie in Australië foutief werd geregistreerd tot Gout Gout.
Dus eigenlijk heeft Jemuël wel degelijk een idool. Maar hij heeft in ieder geval ook een droom: ‘Het wereldrecord verspringen verbeteren’. En misschien droomt hij er ook wel stiekem van om ooit te sprinten tegen die Gout Gout.
Maar voorlopig zijn er de trainingen en wedstrijden bij Fortius, waar hij al vaak met de U18 meetraint en ook een vriendengroep heeft gevonden. Hij noemt als eerste Kelvin Mol, met wie hij een wedstrijdje doet op de 150 m om de beste prestatie. Kelvin, ruim een jaar ouder, staat voorlopig met 17,81 s nog op voorsprong, maar de 17,90 s van Jemuël komt al wel heel dichtbij. Met Kelvin, Sem Schoester en Leensey Bilkerdijk vormt Jemuël een kwartet dat zich de Oreo noemt, met Kelvin en Sem uiteraard in het midden.

Toen ik naar huis fietste zag ik Jemuël bezig met inlopen in een groepje leeftijdsgenoten. Hij stak een kop boven iedereen uit. Als hij daarmee figuurlijk ook door blijft gaan zullen we nog veel van hem horen in de toekomst bij Fortius en misschien ook landelijk en wie weet kan hij zijn dromen ook ooit nog waarmaken.

Naar boven